Zevende en de achtste dag van Via Podiensis

Vanochtend ons zeer sfeervol hotel La Collenie in Aubrac, op 1300 m hoogte bij 4 Gr C verlaten. De eerste 20 km flitst het landschap aan me voorbij, een afdaling van 1000 m. In La plus beau village, Saint Come d'Olt rijden we het welvarender dal van de Lot binnen. We bezoeken een prachtige Romaanse kapel. Op weg naar de patisserie zien we de wandelaar met het staartje van enkele dagen terug. Hij vergat toen in de patisserie bijna zijn Tarte au Chocolat. Vervolgens gaan we weer aan het klimmen/zwoegen. Op mijn rood fietsje is tijdens het klimmen mijn hoofd iets meer naar beneden gericht, dan bij Peter op zijn witte fiets. Het heeft niets met de kleur te maken maar met het ontwerp van de fiets. Vaak hoor ik de roofvogels boven me eerst voordat ik ze zie. Op een terras aan de Lot nemen we een aperitief. Als we gaan eten in ons hotel voel ik me niet lekker en na 2 hapjes ga ik onwel naar boven. Na een goede nachtrust en een ontbijt op een druiligere ochtend besluiten we het weer af te wachten. Om 13.00 uur is het opgeklaard en "springen" we op de fiets naar Conques, niet ver maar wel weer 600 m hoogte verschil. Ik hijs me naar boven en flits naar beneden. Als ik tijdens de afdaling moet remmen, denk ik wat een energie verspilling. Waarom neem ik eigenlijk dat rode fietsje mee denk ik als ik de wandelaar met het staartje passeer. In Conques heeft Peter een prachtig hotel geboekt met een heerlijk bad. Morgen bezoeken we de mooie oude stad Conques en fietsen daarna naar Decazeville waar we de trein naar de Atlantische Oceaan nemen. Nu genieten van een fantastisch diner!